Vijf jaar place-based impact investing in Nederland

“Het loont om de krachten te bundelen”

“Ik had niet voor mogelijk gehouden dat je in relatief korte tijd zoveel impact kan maken”, zegt Bart Meijs, algemeen directeur van Social Impact Fonds Rotterdam. Hij kijkt terug op vijf jaar place-based impact investing (PBII) in de Maasstad. De werkwijze wordt al langer met succes toegepast in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Ook in België is PBII aan een opmars bezig. Wat houdt deze aanpak in? Wat zijn de resultaten? En hoe ziet de toekomst van PBII in Nederland eruit?

“Eén momentje hoor.” Robin Achterkamp, eigenaar van het Rotterdamse cateringbedrijf Lunch Bunch, loopt weg van zijn webcam en vraagt of het iets stiller kan. Het gekletter van vorken, lepels en messen stoort namelijk tijdens het interview. Lachend gaat Robin weer zitten: “Mijn collega dacht dat dit een goed moment was om het bestek te sorteren. Het is een schat van een jongen hoor, maar hij heeft ADHD. Je vertelt ‘m iets en de volgende minuut is hij het kwijt.”

De ondernemer is het wel gewend. Met Lunch Bunch verkoopt hij niet alleen lunches aan bedrijven, hij heeft vooral een sociale missie: een leefbaar bestaan en toekomstperspectief bieden aan mensen ‘die tot voor kort nog niet waren ontdekt door de arbeidsmarkt’. Het cateringbedrijf doet dit door mensen uit deze doelgroep op te leiden, betaalde banen voor ze te creëren en ze bij te staan met coaching.

Sinds januari 2022 heeft Lunch Bunch in Rotterdam 30 jongeren opgeleid en 23 banen gecreëerd. Daar profiteert de stad van mee, want dat heeft al een besparing van maar liefst 417.000 euro aan uitkeringen opgeleverd. Een bedrag dat nog flink op gaat lopen, want over vijf jaar wil Lunch Bunch honderd banen gecreëerd hebben.

Daarmee helpt de onderneming om werkgelegenheid te creëren voor mensen die belemmerd worden door drempels op de arbeidsmarkt. Dat is een van de grootste maatschappelijke uitdagingen van Rotterdam, samen met schuldhulpverlening, kansengelijkheid en zorgen dat iedereen baat heeft bij de grote veranderingen van deze tijd – zoals de bouw-, energie-, voeding- en andere transities.

‘The valley of death’

Het midden- en kleinbedrijf (mkb) in de stad speelt een belangrijke rol om zulke uitdagingen aan te pakken en impactondernemingen als Lunch Bunch in het bijzonder. Maar er is wel een gunstig financieringsklimaat nodig voordat dergelijke bedrijven tot bloei kunnen komen.

“Bij impactondernemerschap heb je het vaak over innovatie”, vertelt Bart Meijs, algemeen directeur van Social Impact Fonds Rotterdam en coördinator van het City Deal-thema Impactfinanciering. “Je hebt het over nieuwe werkwijzen om mensen die belemmerd worden door drempels op de arbeidsmarkt aan werk te helpen, waarbij ze ook ondersteuning krijgen bij bijvoorbeeld schuldhulp- of gezondheidsvraagstukken.”

Maar hoewel die innovatieve benadering essentieel is om maatschappelijke opgaven aan te pakken, belemmert hun vernieuwende werkwijze de ondernemers zelf vaak om de benodigde financiering aan te trekken – zeker omdat het doorgaans gaat om relatief jonge bedrijven, die dus nog geen grote staat van dienst hebben.

Bart: “Je ziet dat reguliere financiers al snel afvallen: ‘Fantastisch wat je doet, maar het is onzeker of dit morgen ook nog werkt. Kom maar terug als je drie jaar winstgevend bent geweest.’ Dan zijn er nog filantropische stichtingen die misschien kansen zien, maar zodra de eerste klanten en betalingen binnenkomen, maken zij weer terugtrekkende bewegingen: ‘Fijn dat het werkt. Nu je klanten hebt, kun je je eigen broek ophouden.’”

Het gapende gat tussen het moment dat een filantropische financier afscheid neemt en reguliere financiering in beeld komt, wordt ook wel the valley of death genoemd. Veel ondernemingen overleven deze fase namelijk niet.

Hybride financieringsmix

Dat het financieringsklimaat in Rotterdam gunstiger is, heeft te maken met de aanpak die de stad vijf jaar geleden heeft gekozen: place-based impact investing (PBII). Hierbij werken meerdere partijen binnen een afgebakend gebied samen om impactdoelen te bereiken.

In de Maasstad neemt Social Impact Fonds Rotterdam de factor ‘investing’ van deze werkwijze voor z’n rekening. Die term moet breed gezien worden; het fonds brengt namelijk alle aspecten van de financieringsbehoeftige impactonderneming in kaart, om vervolgens de beschikbare financieringsvormen bij elkaar te brengen – denk aan donaties, subsidies, leningen, aandelenkapitaal en nieuwe instrumenten als resultaatfinanciering. Twee van deze financieringswijzen kan het fonds ook zelf verstrekken: leningen en aandelenkapitaal.

Bart Meijs: “Doordat wij de taal van de verschillende partijen spreken, kunnen we ze aan elkaar koppelen. Zo kunnen we een stichting uitleggen dat een onderneming weliswaar de eerste klanten heeft, maar dat het pas bij een bepaalde omzet mogelijk is om de eigen broek op te houden. We kunnen ook uitleggen welke kosten minimaal gemaakt moeten worden om de kwaliteit van een dienst of product te waarborgen – en dat er tot die tijd nog steeds donaties nodig zijn. Daarnaast kunnen we zekerheid bieden aan een bank. Bijvoorbeeld door een deel risicofinanciering vanuit ons investeringsfonds beschikbaar te stellen, zodat de onderneming mogelijke tegenvallers op kan vangen: de bank is dan sneller bereid om de rest in de vorm van een lening te verstrekken. Op die manier kunnen we rond impactondernemingen met potentie een hybride financieringsmix bouwen – ook wel blended finance genoemd.”

Commerciële waarde en sociale doelstellingen

Lunch Bunch is een van de 18 Rotterdamse impactondernemingen die voor financiering samenwerkt met Social Impact Fonds Rotterdam. Een bewuste keuze, vertelt eigenaar Robin: “We zijn zowel een sociaal als commercieel bedrijf. Maar we zijn gestart omdat we écht duurzame impact willen maken. Dan is het essentieel dat je de commerciële waarde niet de sociale doelstellingen laat overvleugelen. Er is maar één partij in de stad die beide bij elkaar brengt: Social Impact Fonds Rotterdam is thuis in de financiële wereld, maar legt zichzelf ook de verplichting op om maatschappelijke doelstellingen te halen.”

Naast het bijeenbrengen van financiering, helpt het fonds de ondernemingen om hun impact inzichtelijk te krijgen, te rapporteren en te versterken. Robin: “Wat is het effect van onze activiteiten? Niet alleen op Lunch Bunch zelf, maar ook op de samenleving? Social Impact Fonds Rotterdam heeft al heel veel data verzameld, waardoor zij goed weten wat wel en niet werkt. Daardoor kunnen we gerichter en efficiënter impact maken. Tegelijk hebben ze ervaring in het opschalen van een bedrijf. We hoeven dus niet zelf het wiel uit te vinden.”

Maar de samenwerking levert nog meer op, vertelt Robin. “Social Impact Fonds Rotterdam is deel van een heel groot netwerk in de stad. Daar kunnen wij gebruik van maken en samen in optrekken. Er gaan nu deuren voor ons open bij de gemeente en bij bedrijven die een Social Return-plicht hebben, waardoor we onze groei kunnen waarborgen.”

Robin Achterkamp, eigenaar van Lunch Bunch. Foto: Lunch Bunch

Samenwerking is cruciaal

Daarmee raakt de ondernemer aan een cruciaal aspect van de PBII-aanpak. Die is volgens Bart Meijs namelijk veel breder dan alleen Social Impact Fonds Rotterdam. “Je hebt een totaalpakket nodig. Zonder andere partners in de stad die impact ondernemen stimuleren, werkt een Social Impact Fonds niet.”

Samenwerking is dan ook wat PBII definieert, zegt Bart. “PBII doe je samen met sleutelpartijen uit de stad of regio. In de Nederlandse context behoren heel veel impactthema’s op sociaal gebied tot het domein van de gemeente, dus daar werk je in een stad altijd mee samen. Maar ook lokale stichtingen die aan goede doelen doneren, woningbouwcorporaties, ziekenhuizen en grote bedrijven hebben ermee te maken – die laatste kunnen bijvoorbeeld impactondernemingen versterken door bij ze in te kopen of door hun vacaturebestand in te vullen met mensen in een kwetsbare arbeidspositie. Door op nieuwe manieren samen te werken, maak je het oplossen van maatschappelijke uitdagingen onderdeel van het systeem.”

Bart beschouwt de lancering van de Rotterdam Impact Coalitie in 2019 dan ook als de échte introductie van PBII in Nederland. Deze coalitie bestaat naast Social Impact Fonds Rotterdam uit Voor Goed Agency, THRIVE Institute en de gemeente Rotterdam. Het is een blauwdruk geworden voor hoe je zo’n samenwerking vormgeeft.

Bart: “PBII gaat om de samenwerking op stadsniveau en die wordt belichaamd door een vaste coalitie. De gemeente is er altijd een onderdeel van. Ook is een bouwer van een ecosysteem voor impact ondernemen in de stad nodig, zoals Voor Goed Agency in Rotterdam, Social Club Den Haag of de Stadsgarage in Haarlem. In die samenwerking kan een Social Impact Fonds van waarde zijn, al dan niet aangevuld met een kennis- en activatie-instelling als THRIVE Institute. Deze partijen vormen vervolgens per thema, onderneming of deelgebied in de stad weer gelegenheidscoalities.”

787 mensen een baan

Zo’n samenwerking brengt niet alleen alle relevante organisaties bij elkaar, het wordt ook mogelijk om nieuwe instrumenten te introduceren. Denk bijvoorbeeld aan resultaatfinanciering, waarmee overheden of andere grote partijen betalen voor de impact die een onderneming daadwerkelijk realiseert – in tegenstelling tot een subsidie, waarmee vooral de activiteiten van een organisatie worden bekostigd. Om zo’n financieringsinstrument van de grond te krijgen, is het nodig dat alle neuzen dezelfde kant op staan: van onderneming tot overheid en van intermediair tot financier.

Daarnaast levert de aanpak veel energie in de stad op, vertelt Bart. “Zoals grootbedrijven die impactondernemingen van kennis en kunde willen voorzien door mensen bij ze te detacheren. Of professionals uit de stad die in hun vrije tijd iets goeds willen doen en zich aanmelden als vrijwillige investeringsmanagers. En als je het weet te kanaliseren, zit er ook bij de gemeente een heel grote drive om samen meer impact te maken.”

PBII heeft zich de afgelopen vijftien jaar al bewezen in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Ook de resultaten in Rotterdam liegen er niet om: de 18 ondernemingen die onderdeel zijn van deze aanpak, hebben in de periode van 2020 tot en met 2023 gezamenlijk 1.065 mensen opgeleid. Hiervan hebben 787 deelnemers een baan gevonden en 63 zijn met een vervolgopleiding gestart. Ook zijn veel inwoners dankzij de inspanningen van deze impactondernemingen uit de schulden gekomen – hiervan worden de eerste cijfers medio 2025 gepubliceerd.

Verdere uitrol buiten Rotterdam

Inmiddels begint de aanpak in andere Nederlandse steden voet aan de grond te krijgen. Begin november 2024 is Social Impact Fonds Den Haag aangekondigd. Amsterdam volgt in 2025 en Utrecht een jaar later. Met Haarlem-Velsen komt ook de eerste arbeidsmarktregio als afgebakend gebied eraan. Daarnaast zijn er gesprekken gaande met een aantal andere gemeenten en provincies.

De City Deal Impact Ondernemen speelt een belangrijke rol in deze ontwikkeling: met de themagroep Impactfinanciering als aanjager en de korte lijnen binnen het partnernetwerk, komt de aanpak op de juiste plekken onder de aandacht. Maar de City Deal eindigt in 2026, terwijl PBII in Nederland nog veel breder kán en zelfs móét worden uitgebouwd.

Want volgens Bart is weliswaar de ambitie op middellange termijn om op meerdere plaatsen impactcoalities te starten langs het onderwerp mkb-financiering – “Dat is de banenmotor, daar kunnen we met meer sociaal ondernemen het snelst impact maken” – is het op langere termijn noodzakelijk om de PBII-aanpak verder uit te bouwen naar andere thema’s.

Bijvoorbeeld om pensioenfondsen voor de werkwijze te interesseren. Zo heeft The Netherlands Advisory Board on impact investing (NAB) onlangs pensioenmaatschappijen opgeroepen om 10% van de pensioengelden in te zetten voor impactinvesteringen. Maar om dat mogelijk te maken, moeten er wel genoeg goede impactinitiatieven voorhanden zijn.

Bart: “Met alleen mkb-financiering red je dat niet. In het Verenigd Koninkrijk zijn in totaal vijf pijlers gedefinieerd om PBII voor pensioenfondsen interessant te maken. Naast mkb-financiering zijn dat sociale huisvesting, duurzame energie, infrastructuur en ‘regeneratie van land’ – herbestemming van bijvoorbeeld landbouw- of binnenstedelijke grond. Uiteindelijk moet je het hele spectrum bestrijken, want de échte groeipotentie zit op de combinatie van de vijf pijlers.”

Bart Meijs, algemeen directeur Social Impact Fonds Rotterdam. Foto: Nathalie van den Heuvel

PBII in België

Steven Serneels kan dat laatste beamen. Hij is voorzitter van Impact Finance Belgium (IFB), de Belgische evenknie van de NAB en een organisatie die de PBII-aanpak volledig heeft omarmd. “Institutionele partijen als pensioenfondsen en verzekeraars komen pas in actie als ze tientallen miljoenen kunnen investeren”, vertelt hij. “Een investering van één miljoen is bijvoorbeeld niet interessant voor ze: daarvoor zijn de transactiekosten veel te hoog.”

Mede om die reden ligt in België het accent sterker op een ander PBII-thema: sociale huisvesting. De omslag naar duurzaam en veilig wonen vraagt namelijk om de grote investeringen die voor institutionele beleggers interessant zijn. Steven: “Denk aan het realiseren van huisvesting voor jonge mensen die nu geen woning kunnen kopen of huren, of voor gezinnen in slecht geïsoleerde woningen die hun energiefactuur niet meer kunnen betalen. Je kunt ook denken aan investeren in renovaties van complete appartementencomplexen: het kan zijn dat de meeste bewoners daarmee instemmen, terwijl een minderheid dat niet kan betalen.”

Maar hoewel het accent, afhankelijk van de lokale context, wellicht zwaarder op de ene of de andere pijler ligt, is het uiteindelijk belangrijk dat ze allemaal samenkomen, zegt de IFB-voorzitter: “De kracht van PBII zou het holistische karakter moeten zijn. We weten allemaal dat we duurzaamheid en sociale inclusie moeten koppelen om voldoende draagvlak voor de klimaattransitie te krijgen. En arbeidsintegratie zonder huisvesting of een leefbare stad heeft geen zin. Die thema’s zijn met elkaar vervlochten, dus vroeg of laat komen ze elkaar tegen.”

Op termijn vraagt die bredere aanpak ook om samenwerking met andere partijen, voegt Bart Meijs daaraan toe. “Financiering van sociale huisvesting of infrastructuur is namelijk een heel andere expertise dan financiering van ondernemers.”

Borging van de aanpak nodig

Belgische steden als Leuven, Gent, Antwerpen en Mechelen en binnenkort Charleroi hebben de PBII-aanpak al geadopteerd. Een van de rollen die IFB daarin speelt, is vergelijkbaar met die van de City Deal Impact Ondernemen in Nederland. Steven: “Wij proberen de vraag vanuit de steden bijeen te brengen. Dit doen we samen met de VVSG, de Vlaamse vereniging voor steden en gemeenten. Wij brengen kennis, ervaring en toegang tot financiers – de uitvoering van een project laten we over aan de steden en de financiers zelf.”

Een belangrijk verschil met IFB is wel dat er aan de City Deal Impact Ondernemen een einddatum zit. Bart Meijs: “Het zou mooi zijn als ook in Nederland deze agenda wordt opgepakt, zodat PBII verder blijft groeien nadat de City Deal Impact Ondernemen in 2026 is afgerond.”

Steven Serneels beaamt dat: “Het is heel belangrijk dat PBII ergens geborgd wordt. Als iedereen door dezelfde leercurve moet gaan en het wiel opnieuw moet uitvinden, gaat het allemaal te versnipperd en te traag. De aanpak vraagt om beleid op de lange termijn, want het is een combinatie van verschillende factoren: privé- en publiek kapitaal, een cultuur van impact ondernemen en beleidsinstrumenten – zoals een inclusief en duurzaam aankoopbeleid van overheden, zowel nationaal als lokaal. Maar je kunt daar niet één onderdeel uitpikken: je hebt een gezamenlijke stip op de horizon nodig om ervoor te zorgen dat je er over vijf tot tien jaar de vruchten van plukt.”

Bart Meijs: “Het loont om de krachten te bundelen. Daardoor levert de PBII-aanpak meer relevante impact op. Je brengt er focus mee aan op de grootste maatschappelijke uitdagingen van de stad, terwijl iedereen vanuit zijn eigen kracht blijft werken. Daarnaast zorgt de aanpak voor verbinding. Ik werk al twintig jaar aan impact investing, maar de energie die ik de laatste vijf jaar vrij zie komen bij mensen om iets voor hun eigen stad en medemens te doen, blijft mij het meest verrassen.”

Wil je meer weten over place-based impact investing in jouw gemeente of regio? Neem dan contact op met Bart Meijs via bart.meijs@sifr.nl.

Foto boven het artikel aangeleverd door Lunch Bunch.