Bart de Bart (SWOM) over sociaal inkopen

“Als de publieke inkoopkracht naar sociaal ondernemers gaat, is er geen euro subsidie meer nodig”

City Deal-partner SWOM (Studeren en Werken Op Maat) heeft de afgelopen jaren meer dan 10.000 mensen met een kwetsbaarheid geholpen. Ze krijgen hulp bij hun zoektocht naar een passende studie of werk, maar ook op andere levensgebieden. Samen met verschillende andere sociale en wijkondernemingen,* creëert SWOM in Den Haag nu een volledig ontwikkeltraject voor mensen in een kwetsbare arbeidspositie: Baankans. SWOM-oprichter Bart de Bart vertelt over deze pilot en de rol van de inkoopkracht van overheden.

Een persoonlijke ervaring tijdens zijn studietijd was voor Bart de Bart de aanleiding om SWOM te starten. “Ik werd serieus ziek. Gelukkig werd ik beter en kon ik in 2012 terug naar de universiteit om mijn studie af te ronden. Maar als je ziek bent geweest of een chronische aandoening hebt, is de overgang van studie naar werk lastig. Zeker in die tijd was er weliswaar veel geregeld voor mensen met bijvoorbeeld een lichte verstandelijke beperking, maar weinig voor hoogopgeleide professionals die met een kwetsbaarheid de arbeidsmarkt opgingen.”

“Daar moeten we iets mee, dacht ik. Als kleine vrijwilligersstichting zijn we gestart met banenmarkten en supportnetwerken. Dat bleek een antwoord op een enorme behoefte. Er meldden zich zóveel mensen aan, dat we al snel een secretariaat nodig hadden om de telefoon op te nemen. Met het aanbieden van trainingen, workshops en adviesdiensten, ontwikkelden we een businessmodel om werkgevers bij ons te betrekken.”

Inmiddels bestaat SWOM uit ongeveer 55 collega’s, verspreid over vijf plekken in Nederland. De sociale onderneming werkt samen met meer dan 120 grote werkgevers, met een grote nadruk op de publieke en semipublieke sector. Bart: “Jaarlijks begeleiden we zeshonderd tot zevenhonderd mensen bij hun eerste stap naar zelfstandigheid. Het hoogste doel is een baan, maar we richten ons op alles wat hoort bij volwassen worden en wat voor mensen met een kwetsbaarheid ingewikkeld is – zoals zelfstandig wonen en de relatie met je ouders die verandert.”

Naast directe hulp aan mensen in een kwetsbare arbeidspositie, laat SWOM regelmatig van zich horen om het beleid van publieke en private organisaties te beïnvloeden. Zo was de onderneming recent een van de initiatiefnemers van een petitie tegen de voorgenomen langstudeerboete. Daarnaast riep SWOM de NVWA uit tot meest inclusieve werkgever met de uitreiking van de Rick Brink Award – vernoemd naar de eerder dit jaar overleden ‘minister van gehandicaptenzaken’ Rick Brink, die bij SWOM actief was als directeur belangenbehartiging.

Bart vervult persoonlijk ook verschillende bestuursfuncties, onder meer bij JongPIT – een zusterorganisatie van SWOM, die jongeren met een chronische aandoening of beperking bij elkaar brengt en hun perspectief vertegenwoordigt – en bij MKB Den Haag waar hij zich inzet voor ‘inclusief en sociaal ondernemen’.

“Niet elke ondernemer doet dat van nature, maar ik geloof erg in de ‘polder’: dat oude systeem moet je gebruiken om aan de juiste tafel te komen. Als je alleen maar zegt dat je zo uniek bent als sociaal ondernemer, dan lukt dat niet. Wij willen wat we in de praktijk zien op tafel leggen bij de minister, Kamerleden en beleidsmakers.”

Grote contracten voor sociaal ondernemers

Een van die onderwerpen is de inkoopkracht van de publieke sector. Bart: “Die is zó groot, als je die richting sociaal ondernemers weet te krijgen, dan is er geen euro subsidie meer nodig. Alleen merk ik dat sociaal ondernemers enorm hun best doen om zichzelf te bewijzen, door aan allerlei governance-eisen te voldoen en op lijsten van erkende sociale ondernemingen te komen, maar dat het de overheid niet goed lukt om die inkoopkracht naar ze toe te duwen.”

“Er worden wel contracten gegund aan sociale ondernemingen. Maar dat is als onderaannemer van een commerciële partij. Of het gaat om vrij kleine kavels van veel grotere contracten. Het kan ook dat een enorme commerciële partij een sociale onderneming koopt en die gebruikt als werkmaatschappij om een groot contract binnen te halen – wat dan juridisch klopt, maar dan gaat het natuurlijk niet meer om een echte sociale onderneming.”

“Het mooiste is als sociaal ondernemers niet de speciaal voor hen gekaderde stukjes krijgen, maar grote contracten binnenhalen. Bijvoorbeeld zodat een flinke groep sociale ondernemingen samen de hele sociale activatie van kwetsbare mensen in een stad op kan pakken. Dat proberen we, in samenwerking met veel partners, in Den Haag. Hiervoor hebben we een pilot lopen: Baankans.”

Niet in beeld

Baankans is een samenwerking tussen Social Club Den Haag, gemeente Den Haag en RMT Haaglanden. Naast SWOM doen (sociale) ondernemingen mee als Social Capital, GreenFox Social Return, i-did, Van Gils Automotive, Breedweer, Nelis Company en Brouwerij de Prael. Ook lokale organisaties als Heeswijkplein 10 (HWP10), Buurtkamer de Luyk en Wijkplatform Morgenstond zijn aangesloten.

Bart: “Met deze samenwerking willen we duurzaam werk voor mensen met een kwetsbaarheid garanderen. Er is nog veel onbenut arbeidspotentieel onder deze inwoners, maar een aanzienlijk deel van hen is om verschillende redenen niet in beeld. Bijvoorbeeld omdat ze niet-uitkeringsgerechtigd zijn. Maar er zitten ook mensen tussen die wél recht hebben op een uitkering en daar nooit aanspraak op hebben gemaakt – ze zijn, mede als nasleep van de toeslagenaffaire, bang voor de overheid.”

“Met een aantal ondernemingen en de gemeente gaan we de wijken in en doen we intakes met bewoners. Samen hebben we een volledig aanbod voor mensen in een kwetsbare positie: hun hulpvraag inzichtelijk krijgen, aan hun ontwikkelcompetenties werken en ze uiteindelijk begeleiden naar een duurzame baan, binnen of buiten een sociale onderneming.”

Stapje voor stapje

“Want voordat mensen duurzaam ingezet kunnen worden, moeten ze waarschijnlijk een reis afleggen. We kijken hoe we iemand in dat netwerk van sociale ondernemers kunnen helpen naar een eerste stap. Daar heb je meerdere partijen voor nodig. Bij SWOM zijn we bijvoorbeeld gespecialiseerd in onze specifieke dienstverlening: we zijn goed in het verzorgen van intakes en het activeren van een groep die al bepaalde basisvaardigheden heeft. Andere sociale ondernemingen zijn bijvoorbeeld weer goed in het oplossen van schuldenproblematiek. Als we iedereen in een kwetsbare positie willen activeren, moeten we samenwerken om alle groepen te bereiken.”

“Na de intake krijgt iemand een baan om echt te gaan werken en te leren. Bijvoorbeeld als schoonmaker bij Breedweer. Maar je kunt niet iedereen hun hele werkende leven daar houden – dan zou Breedweer zes keer zo groot moeten worden. Het is een ‘opstapbaan’ om werkfit te worden en uiteindelijk de reguliere arbeidsmarkt op te gaan. En uit dat werken en leren blijkt misschien weer een opleidingshulpvraag die een andere partij in de samenwerking kan beantwoorden.”

“Uiteindelijk hoop je op die manier iemand stapje voor stapje naar een duurzame, hoogwaardige baan te helpen. Daarmee hebben we in feite een eigen sociale dienst opgericht, in een publiek-private samenwerking waar ook de gemeente deel van uitmaakt.”

Opgeknipt in verschillende segmenten

“Mijn wens zou zijn dat gemeenten aanbestedingen uitzetten voor die hele ontwikkelreis en trajecten inkopen. Maar aan onze kant is het een integraal verhaal, want wij zien het als de reis van één persoon naar duurzaam werk. Aan de kant van de gemeente is de wil er wel, maar het lastige is dat die het verhaal in allerlei verschillende segmenten opknipt: de ene keer zit je met de Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn aan tafel, de andere keer met Sociale Zaken en Werkgelegenheidsprojecten. Ik heb ook de indruk dat de manier waarop de Rijksoverheid gemeenten vanuit het gemeentefonds financiert, mede bepaalt hoe die scheidingen zijn aangebracht.”

“Daarnaast is het een ingewikkeld spanningsveld: sociale ondernemingen die zich op arbeidsparticipatie richten, doen veel dingen die van oudsher een overheidstaak zijn.  Dat je überhaupt zo’n groot contract zou kunnen winnen, bevestigt dat diezelfde overheid het niet voor elkaar krijgt.”

“Ik zou gemeenten op willen roepen: vertrouw die sector van sociaal ondernemers in je stad en vraag ze om de sociale activatie van kwetsbare inwoners op te pakken. Ik durf wel te zeggen dat de aanpak van zo’n samenwerking waarschijnlijk veel inventiever is dan van een overheid. Júíst omdat sociaal ondernemers anders naar mensen kijken.”

“Bij SWOM komen bijvoorbeeld elk jaar nog steeds inwoners binnen van wie officiële instanties hebben gezegd dat ze arbeidsongeschikt zijn en dat hun ontwikkelpotentieel nul is. Toch kunnen we velen van hen naar een fijne baan helpen. Dánkzij die andere blik.”

*Kijk hier voor meer informatie over het gebruik van definities op deze site.