Goed werk: een toegankelijke kennismaking met sociaal ondernemerschap

Een 224 pagina’s tellende ‘ondernemersgids’ met ‘inspiratie en lessen voor ambitieuze idealisten’: in haar onlangs verschenen boek Goed werk portretteert journalist Susan Sjouwerman zeventien sociaal ondernemers* en vertelt ze wat ze van hen heeft geleerd. Geen gortdroge vakliteratuur maar een toegankelijke kennismaking met sociaal ondernemerschap, geschreven voor een groot publiek.

“Van mensen die een goedbetaalde, vaste baan hebben, hoor ik vaak dat ze zinvoller werk willen doen en meer impact willen maken. Ze hebben alleen geen idee hoe ze dat aan moeten pakken of waar ze moeten beginnen.”

Het is een wens waar Susan Sjouwerman (1990) persoonlijk veel in herkent. Al sinds haar zeventiende werkt ze in de journalistiek, sinds 2018 als freelancer. Op haar cv vind je bekende media als de NOS, Quote, Elle, Vogue en FD Persoonlijk. Een succesvolle loopbaan, maar toch begon er op den duur wat te knagen. “Vroeger schreef ik over alles wat los en vast zat. Op zich leuk, maar waar leidden al die losse artikelen toe?”

“Ik vond mijn vuur terug door me te specialiseren in duurzaamheid binnen de mode-industrie. Op een voorzichtige manier – ik ben journalist, geen activist – kon ik daar mijn overtuigingen in kwijt en zo meer impact maken. Dat heeft me geholpen om veel meer voldoening uit mijn werk te halen.”

‘Mooie verhalen bij elkaar brengen’

Het onderwerp bracht haar in contact met een toenemend aantal ondernemers in de mode-industrie die op andere, duurzamere manieren willen werken. “Op een gegeven moment dacht ik: moet ik deze mooie verhalen van ontwerpers en merken die tegen de stroom in zwemmen, niet eens allemaal bij elkaar brengen?”

“In het gesprek met uitgevers ontstond al snel het idee om dat veel breder te trekken. Als dit soort ondernemers in de mode-industrie rondlopen, dan zijn die er in andere branches natuurlijk ook. Wat maken zij mee? Lopen ze tegen dezelfde problemen aan? Of krijgen ze met heel andere dingen te maken?”

Hoewel ze zeker niet de eerste is die schrijft over het onderwerp, zocht ze naar een minder academische benadering dan haar voorgangers. “Ik wil ook het grote publiek kennis laten maken met sociaal ondernemerschap en de ondernemers die dit al doen. Geen huiswerk, maar op een leuke, inspirerende manier. En een praktische handleiding voor mensen die zich afvragen hoe ze impact kunnen maken met hun werk. Waar begin je? Moet je geld hebben om een sociale onderneming te starten?”

Susan Sjouwerman

Portretten en lessen

Het resultaat ligt sinds eind augustus in de boekhandel: Goed werk. Daarin portretteert Sjouwerman zeventien sociale ondernemingen, variërend van mode- en sieradenmerken als A Beautiful Story en Joline Jolink tot fabrikanten van zeep (Seepje), fietsen (Roetz-Bikes), maaltijden (Oma’s Soep), duurzaam toiletpapier (The Good Roll) en meer.

De geportretteerde ondernemers vertellen over de ontstaansgeschiedenis van hun bedrijven, hun missie en de uitdagingen die ze daarin tegenkomen. Daarnaast doen ze enkele persoonlijke ontboezemingen: bijvoorbeeld hoe goed ze wel of niet van hun onderneming kunnen leven en, als fun fact, over de eigenaardige trekjes die ze hebben – van breakdancen op bedrijfsfeesten tot het op kleur sorteren van boeken in de boekenkast.

De zeven lessen die Sjouwerman van de ondernemers heeft geleerd, vormen de hoofdstukken van Goed werk. Hierin bespreekt ze uitgebreid onderwerpen als het hoe en waarom van sociaal ondernemerschap, goede businessideeën, bedrijfsvormen, financiering, netwerken, tegenslag en groei.

Daarbij put ze ook uit haar persoonlijke ervaringen en zoektocht naar meer voldoening in haar werk. “Ik vond het belangrijk om mijn eigen verhaal erin te verweven. Veel mensen willen geen grote onderneming uit de grond stampen en verantwoordelijk zijn voor meerdere medewerkers. Nu ze mijn boek hebben gelezen, zien ze dat ze ook als zzp’er aan de slag kunnen.”

‘Vuur in de ogen’

Met haar verleden bij Quote wist Sjouwerman al veel van het ‘reguliere’ ondernemerschap, maar toen ze begon aan Goed werk was ze nog allesbehalve ingevoerd in de wereld van sociaal ondernemen. “Daardoor kon ik er met een open blik ingaan en de parallellen tussen het traditionele en het sociale ondernemerschap goed in de gaten houden.”

“Beide groepen zijn gepassioneerde mensen: traditionele en sociale ondernemers hebben allemaal dat vuur in de ogen. Als je die passie niet genoeg hebt, is dat ook funest voor je kansen op succes, zo blijkt uit allerlei onderzoeken. Maar bij sociaal ondernemers is dat niet alleen voor het ondernemerschap zelf: ze hebben die passie ook voor hun idealen – een intrinsieke motivatie, waardoor ze voelen dat ze dit moeten doen. Het is absoluut niet zo dat impactondernemers geen geld moeten of mogen verdienen, want dat moeten ze júíst doen om impact te kunnen maken. Maar je merkt dat ze op een andere manier gemotiveerd zijn: ze zien geld meer als een middel dan als een doel op zich.”

Dat laatste kan ook een valkuil zijn. “Sommige ondernemers dachten dat hun idealen voor zich zouden spreken. Maar met alleen de gunfactor red je het niet. Je product of dienst moet vooropstaan: dat moet gewoon onwijs goed zijn, zodat je kunt concurreren op prijs, kwaliteit of uiterlijk.”

‘Een nieuwe standaard’

Sjouwerman hoopt dat de komende jaren veel sociale ondernemingen worden opgericht en dat er meer uitwisseling ontstaat met het traditionele bedrijfsleven. “Ik denk niet dat je de illusie moet hebben dat álle bedrijven een sociale onderneming kunnen worden. Daarvoor moet je een organisatie van de grond af sociaal opbouwen, wat voor grote ondernemingen bijna onmogelijk is. Maar ze kunnen wel veel verantwoordelijker zakendoen dan nu.”

“Hopelijk wordt sociaal ondernemen een nieuwe standaard en een voorbeeld voor de traditionelere bedrijven. Als sociale ondernemingen het bedrijfsleven meer mee kunnen trekken en laten zien hoe het óók kan, krijg je een breder gedragen beweging. Maar daarnaast is het mooi als de grote bedrijven die sociale ondernemingen meer op sleeptouw nemen, zodat die een groter publiek bereiken.”

En hoewel Sjouwerman zich in haar boek volledig richt op de sociale ondernemer in spe, ziet ze ook een rol voor de overheid. “De maatschappelijke bv is er nog steeds niet, terwijl er al jarenlang over gesproken wordt en er toezeggingen over zijn gedaan. Niet elke onderneming heeft die status nodig, maar hij kan heel belangrijk zijn om bijvoorbeeld kapitaal op te halen. Nu is het vaak nog onduidelijk voor investeerders en donateurs: is een sociale onderneming nou een commerciële organisatie of een goed doel? Daardoor houdt altijd een van de twee groepen de hand op de knip. Met een status als maatschappelijke bv kan een sociale onderneming meer duidelijkheid bieden en daardoor meer ruimte krijgen om te excelleren.”

*Kijk hier voor meer informatie over verschillende definities, zoals ‘impact ondernemen’ en ‘sociaal ondernemen’.

Foto’s: Katerina Bezede