Op zoek naar de vonk: maatschappelijk betrokken ondernemen in de Drechtsteden

Dit verhaal liever op een andere manier lezen, bijvoorbeeld op een tablet of e-reader? Download ‘m dan hier als pdf.

Kernpunten uit het artikel

  • Het bedrijfsleven in Dordrecht blijkt een grotere maatschappelijke bijdrage te kunnen en willen leveren dan eerder werd gedacht. Dit is zichtbaar geworden door een andere benadering: minder gebaseerd op de vraag vanuit het sociale domein, meer gericht op faciliteren en ruimte bieden aan het mkb.
  • Een aantal factoren verhinderen dat het Dordtse mkb impact maakt en uitdraagt:
    • Dordtse bedrijven en maatschappelijke initiatieven komen elkaar weinig tegen.
    • Als Dordtse bedrijven een maatschappelijke bijdrage leveren, doen ze dat vaak ongestructureerd – ze hebben doorgaans geen maatschappelijk beleid vastgelegd.
    • Bij gebrek aan beleid, komen deze bedrijven weinig bij de gemeente in beeld als mogelijke samenwerkingspartners.
    • Dordtse ondernemers zijn bescheiden over hun impact. Doordat ze die niet uitdragen, kunnen andere bedrijven er niet van leren of geïnspireerd door raken.
  • De onafhankelijke stichting Maatschappelijke Betrokken Ondernemen Drechtsteden (MBO Drechtsteden) is een netwerk van inmiddels meer dan honderd ondernemers. De organisatie speelt een sleutelrol om de genoemde belemmeringen weg te nemen.
    • MBO Drechtsteden verbindt bedrijven met het sociaal domein. Het aanbod, de mogelijkheden en ambities van het mkb zijn leidend. De stichting koppelt die aan de behoeften van maatschappelijke initiatieven.
    • MBO Drechtsteden ondersteunt bedrijven om hun hun huidige impact in kaart te brengen en ambities te formuleren om die te versterken. Dit gaat niet om grote projecten, maar om kleine stappen.
    • MBO Drechtsteden ondersteunt bedrijven om hun impact uit te dragen op een manier die bij ze past. Hierdoor kunnen bedrijven elkaar inspireren en van elkaar leren.
    • De maatschappelijke bijdragen zijn gericht op de ‘Drie Drechtse Doelen’ bestaanszekerheid, inclusie en duurzaamheid. Deze doelen, geformuleerd door MBO Drechtsteden, zijn ook door de gemeente omarmd en in het beleid opgenomen.
    • Aangesloten bedrijven werken toe naar het label ‘Ondernemen met impact Drechtsteden’: nadrukkelijk geen keurmerk, maar een beloning voor hun huidige impact en ambities voor de toekomst.
    • Het label maakt het makkelijker om met de gemeente samen te werken.
  • Het is belangrijk dat een dergelijk netwerk van de ondernemers zelf is, niet van de gemeente. Dit betekent dat de gemeente niet zelf het initiatief moet nemen, maar moet zoeken naar de krachten die er al zijn.
  • De onafhankelijke status van de stichting maakt het mogelijk om namens de ondernemers bij de gemeente te lobbyen.
  • MBO Drechtsteden kan een deel van de activiteiten financieren dankzij een gemeentelijke subsidie. Hoewel het doel is om die bijdrage af te bouwen en meer te steunen op de contributie van de partners, is de subsidie een belangrijk signaal naar het mkb: de gemeente neemt ook verantwoordelijkheid voor de maatschappelijke uitdagingen.
  • De aanpak is dit jaar uitgebreid van Dordrecht naar andere Drechtsteden en krijgt ook navolging in Woerden.

“Een ondernemende handelsstad, met echte doeners. Waar mensen het ontzettend goed hebben. Maar waar ook kwetsbare wijken zijn, met inwoners in minder kansrijke posities. En een stad met een groot sociaal hart: vol vrijwilligers, maatschappelijke organisaties en ondernemers die het beter willen maken voor iedereen.”

Het zijn de woorden van Chris van Benschop. Ze beschrijft Dordrecht, de stad waarin ze is opgegroeid én waar ze sinds 2022 wethouder is. In die laatste rol houdt ze zich bezig met zowel het sociale als het economische domein. Precies in de verbinding tussen die twee wil ze het verschil maken: tussen de vrijwilligers, de maatschappelijke organisaties én de betrokken ondernemers.

De kracht van Dordtse bedrijven die iets bij willen dragen aan maatschappelijke doelen, is namelijk lange tijd niet op waarde geschat: het beeld was dat slechts ‘een handjevol’ ondernemers er ‘met impact’ wilde ondernemen. Maar het mkb werd vooral benaderd vanuit het sociale domein, waarbij de maatschappelijke doelen van de gemeente leidend waren. Inmiddels is daar iets wezenlijks in veranderd: het economische beleid is er meer op gericht om ruimte te geven aan ondernemen met impact en ondernemers daarin te faciliteren. Sindsdien blijkt dat het Dordtse bedrijfsleven een veel grotere bijdrage kán en wíl leveren.

Wethouder Chris van Benschop. Foto: gemeente Dordrecht.

Lokaal en concreet impact maken

Een sleutelrol is daarbij weggelegd voor Stichting Maatschappelijk Betrokken Ondernemen Drechtsteden, ook wel afgekort tot MBO Drechtsteden. Deze onafhankelijke stichting verbindt ondernemers met maatschappelijke organisaties, onderwijs en overheden om samen te werken aan sociale, duurzame en inclusieve oplossingen. Via hun netwerk, evenementen en het label ‘Ondernemen met impact Drechtsteden’ helpen ze bedrijven om lokaal en concreet impact te maken.

Mariska Wagner en Jan-Dirk Costeris richtten de organisatie op in 2017, destijds nog onder de naam Stichting Maatschappelijk Betrokken Ondernemen Dordrecht – over de wijziging naar ‘Drechtsteden’ later meer. Net zoals de gemeente, benaderden Wagner en Costeris het lokale bedrijfsleven in eerste instantie met een sociale bril. Beide oprichters zijn dan ook sterk in dat domein geworteld: ze hebben elkaar leren kennen als collega’s in het wijkgerichte welzijnswerk.

“We stonden heel dicht naast de maatschappelijke initiatieven in de gemeente,” vertelt Wagner. “Daarbij merkten we dat het de initiatiefnemers vaak aan van alles ontbrak, zoals bestuursleden, financiële middelen of het juiste netwerk dat hun organisaties verder zou kunnen brengen.”

Om aan die behoeften tegemoet te komen, zochten de twee het lokale bedrijfsleven op. Zo organiseerden ze in 2017 de eerste editie van de Beursvloer Dordrecht, een evenement waar bedrijven en maatschappelijke initiatieven ‘matches’ met elkaar kunnen maken: de ondernemingen stellen tijd en materieel beschikbaar om de initiatieven te helpen en krijgen daarvoor een leuke tegenprestatie, bijvoorbeeld een naamsvermelding op een shirt of bord.

Wagner: “Ik sprak na die eerste editie een ondernemer die vijf matches had gemaakt. Hij was ervan onder de indruk dat hij in anderhalf uur tijd zijn maatschappelijke betrokkenheid ergens onder kon brengen. Verbaasd zei hij: ‘Hoe moet ik nou weten dat dit allemaal in de stad zit?'”

Tekst loopt door onder het kader.

“Dan bel ik Jan-Dirk: 400 kilo marsepein, wat gaan we daarmee doen?”

Suus de Groot (l) met bezoekers van een evenement van Geef het Dordt. Foto: Geef het Dordt.

“Linnengoed. Potten, pannen en borden. Een wasmachine. Alles wat je nodig hebt om een huis compleet te maken. Zelfs het aardappelschilmesje gaat mee.” 

Suzan ‘Suus’ de Groot weet precies wat ze allemaal heeft opgeslagen in de loods van Geef het Dordt. Haar organisatie helpt inwoners van Dordrecht die in armoede leven. Zij kunnen er terecht voor bijvoorbeeld een nieuw bed of een fiets voor een schoolgaand kind en zelfs voor het aanvragen van een complete inboedel. De spullen zijn donaties van particulieren of bedrijven; wie een beroep wil doen op de organisatie, heeft een verwijzing van een erkende hulpverlener nodig.

Jaarlijks 400 aanvragen

Suus: “Vaak hebben cliënten in de hulpverlening meerdere problemen. De grootste uitdaging is het vinden van een woning. Maar als een huis eenmaal gevonden is, moet dat ook nog ingericht worden. Wat als je niks hebt? Je kunt bij de gemeente wel bijzondere bijstand aanvragen, maar dat is niet toereikend. Wij brengen álles. Zodra de woning is ingericht, kan de hulpverlener dat laten rusten en zich volledig toespitsen op hulp bij geldproblemen, werk, eventuele psychische problemen of jeugdzorg.”
 
Geef het Dordt is ooit begonnen vanuit ‘een heel klein kelderboxje’, als Weggeefproject gericht op de Wielwijk in Dordrecht. Inmiddels verwerkt de organisatie samen met een grote groep vrijwilligers jaarlijks zo’n 400 aanvragen vanuit de hele stad. Een aantal dat nog veel hoger zou kunnen liggen, zegt Suus. “Maar ik denk niet dat we dat aan zouden kunnen.”
 
De lijntjes met MBO Drechtsteden zijn kort – beide organisaties hebben zelfs nog eens hetzelfde pand gedeeld. Suus: “Destijds begonnen ze met de Beursvloer. Daar heb ik elk jaar prachtige deals gemaakt.” Zo vertelt ze over een gratis vrachtwagenrit op-en-neer naar Roosendaal, om een complete vloer en enkele enorme stalen poten op te halen – nodig om in de loods een nieuwe tussenverdieping te bouwen. En de buitenkant van diezelfde loods krijgt dankzij de Beursvloer binnenkort een flinke opknapbeurt.

Een compleet netwerk in beweging

Ook op andere momenten weet Suus MBO Drechtsteden te vinden. “Vorig jaar organiseerden we hier een markt voor mensen met een minimuminkomen, waar bezoekers een portretfoto konden maken. Naast de fotograaf hadden we vrijwillige kappers, een visagist en een kledingkraam – zodat de bezoekers gekapt, opgemaakt en in mooie kleding op de foto konden. MBO Drechtsteden heeft geholpen om dat te organiseren.”
 
Verder schakelt Suus de organisatie in als ze spullen aangeboden krijgt waar ze zelf niets mee kan, zoals kantoormeubilair. “Daar hebben zij wel weer een opslag voor. En in coronatijd kreeg ik rond de feestdagen eens 400 kilo marsepein aangeboden. Dat is véél – niet normaal. Maar zonde om af te slaan. Dan bel ik Jan-Dirk: wat gaan we daarmee doen?”
 
Een effectief telefoontje, zo bleek: direct kwam een compleet netwerk in beweging. Leerlingen van het Da Vinci College en medewerksters van restaurant Post gingen aan de slag om de lekkernij in hartjesvorm uit te steken en mooi in te pakken. Suus: “Daarna hebben we de marsepein met busjes naar alle verzorgingstehuizen gebracht, om de zorgmedewerkers en -vrijwilligers een hart onder de riem te steken.”

“Waar? En met wie?”

Het team van MBO Drechtsteden in Dordrecht. Van links naar rechts: Deborah Keijzer, Jan-Dirk Costeris, Selma Steenhuisen, Mariska Wagner en Marileen Bouman. Foto: MBO Drechtsteden.

Het werd Wagner en Costeris duidelijk dat er óók binnen het Dordtse bedrijfsleven een intrinsieke behoefte was om maatschappelijk iets bij te dragen. Maar ze merkten daarnaast dat een aantal factoren belemmerden dat die bijdrage tot zijn recht kwam.

Allereerst, zoals ook blijkt uit het verhaal van de ondernemer op de Beursvloer, komen bedrijven en maatschappelijke initiatieven elkaar maar weinig tegen. Wagner: “Ze willen wel maatschappelijk betrokken ondernemen, maar vragen zich af hoe ze met hun organisatie en product het verschil kunnen maken. Waar? En met wie?”

Daarnaast is die maatschappelijke betrokkenheid vaak ongestructureerd, zeker bij kleinere ondernemingen: “Dan zit toevallig een neefje van een medewerker thuis op de bank en is het: ‘joh, neem ‘m gewoon een keer mee, dan gaan we kijken of we ‘m aan het werk krijgen.’ Dat werkt wel, maar het gebeurt niet heel bewust. De ondernemers benutten daarmee minder de mogelijkheden en de krachten die ze in huis hebben.”

Dat gebrek aan structuur maakt ook dat deze ondernemers minder in beeld zijn bij de gemeente en dat ze de aansluiting missen met de gemeentelijke werkwijze; die heeft vooral zicht op de ondernemingen die, al dan niet gedwongen door wet- en regelgeving, hun maatschappelijke beleid wél op papier hebben gezet – tot voor kort vooral de grotere bedrijven.

Bescheidenheid als belemmering

Een andere factor is de bescheidenheid van Dordtse ondernemers; op het oog een sympathieke eigenschap, maar die wel belemmert dat de ondernemers elkaar inspireren en van elkaar leren. Wagner: “Dordrecht is echt een eiland, met nuchtere eilandbewoners. Bravoure past helemaal niet bij de stad. Ondernemen met impact ‘doe je gewoon’ en daar moet je het verder vooral niet over hebben.”

Onder Dordtse ondernemingen was dus nog een wereld te winnen. De aandacht van de stichting is daarom in de loop der tijd veel meer naar het bedrijfsleven verschoven. Wagner: “Met ons kleine team vroegen we ons af waar we de meeste impact konden maken. In de samenwerking met maatschappelijke initiatieven, waar we af en toe een bedrijf bij zouden betrekken? Of met bedrijven die van meer maatschappelijke betekenis willen zijn en daarvoor ook de capaciteit hebben – financieel, kennis, beschikbare middelen of een netwerk?”

Het team koos voor het laatste. Een belangrijke accentverschuiving: minder werken vanuit de vraag van het sociale domein en meer vanuit het aanbod dat ondernemers beschikbaar kunnen stellen – dat uiteraard wel ten goede komt aan maatschappelijke organisaties. Wagner: “We houden dus nog steeds zicht op dat domein, zodat we het aanbod van het bedrijfsleven daar heel makkelijk laten landen. Daar beschermen we de ondernemer ook in. Er komen natuurlijk honderden vragen vanuit het maatschappelijke veld: we trechteren wat wel en niet past en aan wie we wat vragen. Soms vertellen we een initiatief welke stappen ze eerst zelf op orde moeten hebben, voordat ze een verzoek bij het bedrijfsleven neer kunnen leggen.”

Drie Drechtse Doelen

Als uitgangspunt heeft de stichting de ‘Drie Drechtse Doelen‘ geformuleerd. Wagner: “De zeventien Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties zijn ontzettend mooie richtlijnen, maar ze zijn ook wat hoog-over voor de gemiddelde lokale mkb’er. Wij hebben er dus voor gekozen om het heel lokaal en lekker concreet te maken, met de drie belangrijkste, grootste uitdagingen die we hier hebben: bestaanszekerheid, inclusie en duurzaamheid.”

Inmiddels heeft MBO Drechtsteden zich ontwikkeld tot een netwerk waarbij ruim honderd lokale ondernemingen zich als partner hebben aangesloten. De stichting helpt deze partners om de aansluiting te vinden met maatschappelijke initiatieven, om hun ambities op dat gebied op papier te zetten en om hun impact meer uit te gaan dragen. Ze helpen ook wanneer bedrijven inclusiever willen worden of impact willen maken die ten goede komt aan het huidige personeel – denk aan medewerkers die basisvaardigheden missen, laaggeletterd zijn of met andere problematiek kampen.

De stichting organiseert verschillende evenementen om partners te inspireren en met elkaar in contact te brengen. Zoals het ‘Broodje Impact’, waarin steeds een ander relevant onderwerp centraal staat – bijvoorbeeld hoe AI kan helpen bij ondernemen met impact of de kracht van familiebedrijven. En tijdens het ‘Kijkje in de keuken’ biedt een lokale onderneming of organisatie een blik achter de schermen. Daarnaast volgen partners workshops over hoe ze hun impact meer uit kunnen dragen. En ook de Beursvloer vindt nog steeds ieder jaar plaats – de editie van 2025 leverde in anderhalf uur 342 matches op, met een gezamenlijke waarde van 388.000 euro.

Label ‘Ondernemen met impact Drechtsteden’

Foto: MBO Drechtsteden.

De aangesloten ondernemingen werken toe naar het label ‘Ondernemen met impact Drechtsteden’. Dit reikt MBO Drechtsteden aan ze uit voor de impact die ze op dit moment al maken en voor het actieplan dat ze opstellen om die bijdrage verder te versterken. Daarbij krijgen de bedrijven volop medewerking vanuit de stichting: MBO Drechtsteden helpt ze om hun huidige impact in kaart te brengen en ondersteunt ze bij het maken van een actieplan voor de toekomst.

Het label is nadrukkelijk niet bedoeld als keurmerk, zegt Wagner. Het motto is dan ook ‘niet vinken maar vonken’: “We willen echt aansluiten bij de stappen die ondernemers al zetten: we belonen de intentie en de inspanning om van lokale betekenis te zijn.”

Dat hoeven zeker geen grote stappen te zijn, vertelt Wagners collega Selma Steenhuisen. Zij zit in de praktijk naast de ondernemers om alles op papier te zetten. “Het gaat juist om heel gewone dingen – om naar elkaar omkijken. Bijvoorbeeld dat je als loodgietersbedrijf bij een maatschappelijke stichting de vaatwasser aansluit. Of dat je in je bedrijf ruimte maakt voor iemand met een afstand tot de arbeidsmarkt.”

Uitgangspunten in beleid

Wagner: “Het persoonlijke contact is heel belangrijk. Omdat we de ambities van de aangesloten ondernemers kennen, weten we wanneer we ze kunnen bellen, ze ergens op kunnen wijzen of met wie we ze kunnen koppelen. Het is een doorlopend partnerschap, dus hebben we ook onze contactmomenten om weer eens te kijken naar het actieplan. Wat lukt wel, wat niet? Waar kunnen we nog wat in beweging krijgen? Komt het actieplan nu iets te veel onderaan de stapel te liggen en moeten we het er weer bovenop leggen?”

Wethouder Van Benschop vertelt dat het label het voor ondernemingen makkelijker maakt om zaken te doen met de gemeente, want de uitgangspunten ervan worden meegenomen in het inkoop-, vestigings- en ander beleid. “De criteria voor gronduitgifte zijn bijvoorbeeld grotendeels gebaseerd op de Drie Drechtse Doelen. Als je inschrijft op een kavel, kun je daar punten op scoren. Uiteraard kunnen ondernemingen zonder label dat ook. Maar als je het hebt, heb je het voordeel dat je al in kaart hebt gebracht wat je met die uitgangspunten doet.”

Dat het geen keurmerk is, is een ‘enorme kracht’, zegt Van Benschop. “Je kunt niet een paar vinkjes zetten, het label krijgen en dan laten zien dat je ondernemer met impact bent. Het gaat erom dat je continu in beweging bent.”

Tekst loopt door onder het kader.

Van Wijnen: “Als je allemaal iets kleins doet, wordt het bij elkaar iets groots”

Van Wijnen ontvangt het label ‘Ondernemen met impact Drechtsteden’. Van links naar rechts: René Flikweert, Selma Steenhuisen, Marjolein de Gast en Mariska Wagner. Foto: Stichting MBO Drechtsteden.

“Sommige collega’s vinden ook andere dingen dan geld verdienen belangrijk. Via hen kwam er wel eens een vraag binnen, bijvoorbeeld om iets te doen voor gehandicapten of voor een vluchtelingengezin. Dan organiseerden we dat, maar daar zat verder geen structuur of groter plan achter.”

René Flikweert is vestigingsdirecteur van bouwbedrijf Van Wijnen in Dordrecht. Net als vele andere ondernemingen in de stad, worstelde het bedrijf met een duidelijke plek voor de eigen maatschappelijke betrokkenheid. Daar is verandering in gekomen sinds de ‘ontwikkelende bouwer’ zich heeft aangesloten bij MBO Drechtsteden – inmiddels heeft het bedrijf ook het label ‘Ondernemen met impact Drechtsteden’ op zak.

“MBO Drechtsteden heeft erg geholpen om ons bewust te worden van de impact die we al maken”, vertelt directiesecretaresse Marjolein de Gast. Binnen de organisatie is zij de aanjager en coördinator van de maatschappelijke betrokkenheid. De Gast: “Doordat je het met elkaar op papier zet, zie je dat kleine dingen soms al heel veel impact opleveren.”

“Concreet, niet te groot”

Zo biedt Van Wijnen financiële steun aan diverse maatschappelijke initiatieven, onder meer tijdens de driemaandelijkse Meet, Greet & Eat. Hierbij verzorgt steeds een andere stichting een lunch voor de medewerkers van het bouwbedrijf. Een mooie gelegenheid om kennis te maken met een lokaal maatschappelijk initiatief, waarbij de betreffende stichting altijd een donatie krijgt. Daarnaast koopt het bedrijf zoveel mogelijk lokaal en duurzaam in, waar mogelijk met impact. Ook doneerde Van Wijnen in 2024 kerstpakketten aan Stichting ANDERS Drechtsteden, die ten goede kwamen aan gezinnen met hulpvragen. En tijdens de jaarlijkse Van Wijnen Doet-dag krijgt elke medewerker acht uur om maatschappelijk iets bij te dragen, met ieder jaar een andere stichting als goed doel.

Verder wil Van Wijnen uitval in het onderwijs voorkomen, door als erkend leerbedrijf volop stageplaatsen te bieden aan mbo-leerlingen van alle niveaus. Daarnaast wil het bedrijf leerwerkplekken bieden aan jongeren die nu niet aan het werk komen. “We zijn doeners, dus we pakken dit projectmatig aan: concreet, niet te groot, dan wordt het ook niet te wollig.”

Van Wijnen kan zich dan ook goed vinden in het motto van MBO Drechtsteden: ‘niet vinken maar vonken’. Flikweert: “Het enthousiasmeert. En het zet een kleine cultuuromslag in gang, want je wordt je bewust van zaken waar je eerder niet over nadacht. Als je allemaal iets kleins doet, wordt het bij elkaar iets groots.”

“Geen overheidsdingetje”

De gemeente en MBO Drechtsteden werken weliswaar nauw en prettig samen, maar beide benadrukken dat de onafhankelijkheid van de stichting essentieel is; de gemeente faciliteert alleen met subsidie, maar heeft verder geen bemoeienis met de stichting en zit bijvoorbeeld niet in het bestuur.

“Ga dit als gemeente niet zelf opstarten”, zegt Mariska Wagner. “Hoe je van start gaat, is namelijk ongelooflijk essentieel. Als een gemeente de eerste stap zet, dan kijkt iedereen voor de volgende stap óók naar de gemeente. Maar de ondernemers moeten voelen: ‘Dit is van ons en namens ons’. Wil je het op een juiste manier laten ontstaan? Kijk dan in je stad heel goed waar de vonk zit.”

Wethouder Van Benschop beaamt die woorden: “Als overheid moet je vooral de kracht zoeken waar die zit en niet via een stichting willen sturen om je eigen doelen te realiseren. Als je dat wel doet of je neemt het over, brokkelt het af. Dan wordt het weer van de gemeente: ‘Wij hebben dit maatschappelijke doel en daar moeten jullie aan bijdragen.’ Maar met onze goede bedoelingen, bemoeienis en regels, kunnen we de energie er soms helemaal uit trekken.”

“Regelgeving en verantwoording zijn soms noodzakelijk”, benadrukt ze. “Maar als we ons, waar het kan, meer ondersteunend, faciliterend en stimulerend opstellen, komt er veel meer energie los en behalen we grotere resultaten. Juist omdat MBO Drechtsteden geen overheidsdingetje is waar ondernemers op aan moeten haken, maar echt een ondernemersnetwerk, zijn ze in ruim een jaar tijd gegroeid naar meer dan honderd partners. Vertrouw erop dat die ondernemers en maatschappelijke organisaties met elkaar de juiste impact weten te maken.”

De wethouder prijst zichzelf gelukkig dat niet alleen zij, maar ook de gemeenteraad dat vertrouwen durfde te geven. “Ik heb echt wel wat van de raadsleden gevraagd. Ze moesten instemmen met een subsidie, maar ik kon ze niet op voorhand vertellen wat die op zou leveren.”

“Belangrijk signaal naar de ondernemers”

De onafhankelijke status van MBO Drechtsteden zorgt niet alleen voor energie, maar stelt de stichting ook in staat om een lobbyfunctie uit te voeren, vertelt Mariska Wagner: “Er zijn bijvoorbeeld een heleboel bedrijven in ons netwerk bij wie de deur openstaat voor mensen met een begeleidingsbehoefte op de werkvloer. Zij verwachten dat een gemeente die inclusieve werkgevers zoekt, daar gebruik van maakt. De stichting speelt een belangrijke rol in het goed vormgeven van de samenwerking: door te zorgen voor inzicht in de problematiek, wederzijds verwachtingsmanagement en met name het bij elkaar brengen van systeem- en leefwereld. We vertegenwoordigen daarbij de stem en behoefte van de partners in het netwerk en werken die uit in projecten en pilots.”

Met de financiële bijdrage van de gemeente bekostigt MBO Drechtsteden een deel van de activiteiten – de rest wordt gefinancierd met de lidmaatschapsbijdrage van de partners. Door het groeiende netwerk zal de afhankelijkheid van de gemeentelijke subsidie afnemen, al is de betekenis niet puur financieel, zegt Wagner: “Het is een belangrijk signaal naar de ondernemers: dat niet alleen zij gevraagd worden om zich maatschappelijk in te zetten, maar dat ook de gemeente verantwoordelijkheid neemt.” Daar zit volgens haar een bijkomend voordeel aan: “Het is zó’n erkenning van de bijdrage van het bedrijfsleven, dat het voor de gemeente ook op andere terreinen makkelijker zal worden om met bedrijven samen te werken.”

Tekst loopt door onder het kader.

Qudoos: “Om van die bescheidenheid af te komen, ben ik bewust ons verhaal gaan vertellen”

Eddo Bakker (l) en Angie. Foto: Qudoos.

“Ik had niet verwacht nog iets in deze wereld te betekenen. Ik heb een achtergrond met verslaving, criminaliteit, noem maar op. Toch is dat omgedraaid naar iets goeds. Ik ben er trots op dat ik er nog mag zijn en iets voor anderen mag doen.”

De goedlachse Angie is meewerkend voorman bij Qudoos in Hardinxveld-Giesendam, net buiten Dordrecht. Dit bedrijf verzorgt assemblage- en fulfilmentdiensten zoals opslag en verzending, deels voor eigen klanten en deels voor de gezamenlijke klanten met zusterbedrijf BVP Verpakkingen. Hiermee bieden ze complete dienstverlening, van bestelling tot oplevering.

Waar BVP verpakkingsoplossingen met aandacht voor duurzaamheid ontwikkelt en levert, onderscheidt Qudoos zich als sociale onderneming die specifiek is opgericht om maatschappelijke impact te maken. Angie is de eerste medewerker die bij Qudoos betaald in dienst is gekomen. Momenteel volgt hij een opleiding tot interne jobcoach: op de werkvloer begeleidt hij collega’s die, net zoals hijzelf in een vorig leven, door verschillende problemen moeite hebben om aansluiting te vinden bij de arbeidsmarkt.

“Ergens bijhoren, gezien en gewaardeerd worden”

“Bij Qudoos hebben we een heel divers palet aan mensen,” vertelt oprichter en eigenaar Eddo Bakker. “We hebben collega’s die uit de verslavingszorg komen en daar nog steeds mee worstelen. We hebben mensen met een laag IQ die, onder goede begeleiding, relatief eenvoudig werk kunnen doen. Maar ook medewerkers die psychisch in de knel zitten, waaronder hoger opgeleiden.”

Werk is bij het bedrijf een middel, geen doel op zich. Bakker: “Het gaat erom dat mensen hier, als ze binnenkomen, een kop koffie kunnen drinken, dat iemand ze gedag zegt en dat ze een praatje over het weer of voetbal maken. En het gaat erom dat ze een trui van het bedrijf dragen: dezelfde als de collega’s om hen heen, zodat ze voelen dat ze ergens bij horen en gezien en gewaardeerd worden – die behoefte heeft iedereen.”

Tegelijk is Qudoos óók een ‘gewoon’ bedrijf, dat zorgt voor structuur en een goed beeld van hoe het er in het werkende leven aan toe gaat. Wie bij Qudoos aan de slag gaat, kan na verloop van tijd doorstromen naar een betaalde baan elders. Zo zijn er al voormalige collega’s die nu werken in de Rotterdamse haven of die aan de slag zijn als heftruckchauffeur of monteur van zonnepanelen.

“Echt een pareltje”

Anderen stromen door naar een betaalde baan binnen Qudoos zelf, zoals Angie. “Het werk kost me energie, maar het levert ook weer energie op”, vertelt de jobcoach-in-opleiding. “De maatschappij drukt soms een stempel op mensen: ‘die kan het niet’ of ‘die gaat het niet halen in het leven’. Daar ben ik tegen. Ik wil kijken naar de persoon, naar het hart en ik wil het goede naar boven halen: wat kan iemand wél en hoe gaan we verder?”

Qudoos is een van de ondernemingen met het label ‘Ondernemen met impact Drechtsteden’. Volgens Mariska Wagner is het bedrijf ‘echt een pareltje’, dat toevallig op het pad van MBO Drechtsteden kwam. Het is volgens haar ook een typisch voorbeeld van Dordtse bescheidenheid. “Ze bleven onder de radar, terwijl ze heel mooie dingen doen. Nu Qudoos bij MBO Drechtsteden is aangesloten, hebben we er een ‘Kijkje in de keuken’ georganiseerd. Dat was heel tof: het maakte zichtbaar waar ze voor staan en dat inspireert andere bedrijven. Daarnaast hebben ze meegedaan aan een workshop om hun impact meer uit te dragen, op een manier die bij ze past.”

“Netwerk is belangrijk”

Bakker: “We beseffen echt wel dat het bijzonder is wat we hier doen. Maar de waarde ervan schatten we misschien niet op het juiste niveau in. Om van die bescheidenheid af te komen, ben ik de afgelopen jaren bewust ons verhaal gaan vertellen. Op het podium staan met een microfoon in mijn hand? Voor mij hoeft het niet. Maar achteraf geeft het altijd een heel goed gevoel, want je krijgt meestal positieve reacties, je breidt je netwerk ermee uit en je voelt dat je echt iets bijzonders doet.”

“Het netwerk van MBO Drechtsteden is heel belangrijk. Bij hun evenementen ontmoet je collega-ondernemers met wie je laagdrempelig een praatje maakt. Daar ontstaan leuke dingen. Als iemand bij ons een traject heeft doorlopen, goed in zijn vel zit en graag in de groenvoorziening wil werken, dan kunnen we bellen met collega-ondernemers die we via MBO Drechtsteden hebben leren kennen: kan deze persoon een paar dagen met jullie meelopen? Dat is heel waardevol. We hebben ook veel gehad aan een themabijeenkomst over schulden op de werkvloer: daardoor konden we een budgetcoach aan een van onze medewerkers koppelen. Door ons verhaal te delen en anderen te raken, maak je uiteindelijk dus ook meer impact – en dát is precies de reden waarom we dit doen.”

Uitbreiding naar andere steden

De feestelijke lancering van MBO Drechtsteden in Sliedrecht. Foto: Huib Kooyker.

Zoals blijkt uit de naamswijziging van ‘Dordrecht’ naar ‘Drechtsteden’, is het werkterrein van de stichting inmiddels groter geworden. MBO Drechtsteden is in november 2024 ook actief geworden in Zwijndrecht en Heerjansdam; in maart 2025 is Sliedrecht erbij gekomen. Hierbij is het belangrijk dat deze nieuwe gebieden hun eigen verbindende aanjagers hebben, zodat het grotere werkgebied niet ten koste gaat van de aandacht voor Dordrecht. Wagner. “Onze kracht is tenslotte dat we in de haarvaten zitten en weten wat er lokaal speelt.”

Met het gehele team, inclusief de verbinders in Zwijndrecht en Sliedrecht, is wekelijks overleg. “Daar bespreken we de uitdagingen, maar ook de kansen. Er zijn namelijk bedrijven, zeker de wat grotere, die op de Drechtsteden als geheel georiënteerd zijn en niet specifiek op Dordrecht of Zwijndrecht. Zo’n bedrijf is misschien gevestigd in Dordrecht, maar kan prima een initiatief in Sliedrecht ondersteunen.”

Wethouder Van Benschop is erg blij met de uitbreiding, die voor de helft bekostigd is met cofinanciering via de Regio Deal Dordrecht-Gorinchem: “De regio is economisch sterk met elkaar verbonden, dus het is mooi als je over de gemeentegrenzen heen met elkaar kunt matchen. Dat moet gelijkwaardig zijn: het zou natuurlijk zonde zijn als Zwijndrechtse ondernemers hun impact gedwongen in Dordrecht maken – je gunt Zwijndrecht ook versterking van het maatschappelijke middenveld.”

Via het netwerk van de City Deal Impact Ondernemen is inmiddels ook Woerden geïnspireerd. De organisatie Betrokken Ondernemers Woerden heeft het concept van het label ‘Ondernemen met impact’ overgenomen: in mei 2025 tekenden de eerste drie ondernemingen om aan de slag te gaan met het opstellen van een actieplan.

“Gemeente als werkgever”

Ook in de Drechtsteden blijft het aantal ondernemingen dat een actieplan op wil stellen groeien. En wie goed kijkt naar de lijst met aspirant-labelhouders, ziet daar één wel heel opvallende naam tussen staan: de gemeente Dordrecht zelf.

Van Benschop. “We zitten als werkgever in het traject om het label ‘Ondernemen met impact Drechtsteden’ te behalen. Onze ambtenaren organiseren samen met Selma inspiratiesessies om te komen tot het actieplan. Een mooi onderdeel daarvan is al bekend: we gaan al onze medewerkers acht uur per jaar geven om vrijwilligerswerk te doen.”

Foto boven artikel: Mariska Wagner tijdens de Beursvloer 2025. Foto: Helder[e] Fotografie.